Door Tiem van Dalfsen op 14 januari 2014

GERSÓN

Gérson de Oliviera Nunes, zegt die naam u anno 2014 nog iets?

We hebben inmiddels een begin gemaakt met 2014. Je hoeft geen geoefend trendwatcher te zijn om te weten dat 2014 naast alle kleuren ook het Braziliaanse geel zal vertonen. Al was het maar omdat het wereldkampioenschap voetbal zich in Brazilië zal voltrekken om twee jaar later, in 2016 te worden vervolgd met de Olympische zomerspelen.

Brazilië roept altijd aparte gevoelens op, althans bij mij. Hoe komt dat?

Eens op een doodgewone dinsdag ergens in 1997 werd mij gevraagd om even binnen te wippen bij de directeur van een bedrijf waar ik toen werkzaamheden voor verrichtte. Hij had bezoek van iemand die ik niet kende. Zijn vraag aan mij luidde: “hoe zit jij de komende dagen in je agenda”. Stoer als altijd antwoordde ik daarop dat ik voor iets als de Bahama’s altijd tijd kon vrij maken. Zijn wedervraag luidde of dat ook gold voor de Copacabana. Natuurlijk bevestigde ik dat, waarop hij zich wendde tot zijn bezoeker met de constatering dat dit dus geregeld was. Ik zou in zijn plaats naar Brazilië moeten om een voordracht te houden voor de milieuminister van Brazilië en voor de burgemeesters met hun secretario’s van de 10 gemeenten die al hun afvalwater ongezuiverd loosden op die enorme baai waar ook Rio de Janeiro aan ligt. Vertrek op donderdag, dus twee dagen later.

Brazilië was voor mij een openbaring. Daar kreeg ik kristalhelder waarom we in Nederland in de zestiger jaren de dingen deden die we deden. Waarom we aan “burgerschapskunde” deden. Waarom we in onze democratie de burgers bijbrengen dat zij de opdrachtgevers van de gekozenen zijn en dat die gekozenen de opdracht hebben om in het openbaar bestuur te vertalen wat er onder de bevolking aan problematiek speelt. En als de overheid zich niet aan haar deel van de afspraken houdt dat je dan de gekozenen bij de volgende verkiezingen wegstemt, naar de rechter moet stappen of naar de Raad van State. Op die manier hebben we onze democratie georganiseerd, geworteld in de ervaringen die we al zo’n duizend jaar hebben als het om de bescherming tegen het water gaat.

In mijn voordracht heb ik geschetst hoe Nederland in de zeventiger jaren het meest vervuilde land ter wereld was, zowel wat betreft de lucht, de bodem als het water. Op zich was dat niet zo verwonderlijk omdat Nederland niet alleen het dichtstbevolkte land ter wereld is maar het heeft ook nog eens de hoogste graad van industrialisatie, van infrastructuur en van industrieel gehouden beesten. Vroeg of laat leidt dat tot problemen. En de problemen die dat oplevert manifesteren zich dan ook als eerste in Nederland. En Nederland is dus ook de eerste die dat dan kan gaan oplossen. En zo staat tussen Hasselt en Genemuiden de eerste zuiveringsinstallatie die standaard is voorzien van defosfatering en denitrificatie. En vroeg of laat zal Brazilië ook iets van deze techniek aanschaffen, niet omdat de overheid dat allemaal graag zou willen maar vooral omdat de bevolking van Brazilië niet meer accepteert dat ze vis alleen nog maar kent van het, met de buik naar boven op het water drijven.

Natuurlijk werd ik niet geloofd; dat paste niet in het beeld dat men van Nederland had, totdat er nog geen jaar daarna een delegatie naar Nederland kwam. Op de eerste zondag natuurlijk naar Amsterdam, varen door de grachten. Op maandag het eerste bezoek bij het waterschap Groot Salland. En op mijn verzoek begon de dijkgraaf, Siebe Schaap zijn verhaal met plaatjes die weergaven hoe vervuild Nederland was. Het eerste plaatje: de Amsterdamse grachten met daarin matrassen, fietsen, auto’s en wat dies meer zij. Daardoor ontstond een enorm Braziliaans geroezemoes. Ik heb de vertwijfelde Siebe Schaap toen uitgelegd dat ze daar gisteren nog gevaren hadden en dat ze nu pas geloven hoezeer Nederland vervuild is geweest in de zeventiger jaren.

Wat heeft dat nou allemaal met voetbal te maken? Van alles, en dat behoeft enige uitleg. De Braziliaanse gemeenten innen gelden bij hun burgers om de verantwoordelijkheid te nemen voor afvalwater. Maar op het end van de dag wordt het zuiveren van afvalwater altijd weer gewogen tegen de behoefte aan voetbalveldjes, brandende lantaarnpalen, enzovoort. En iedere keer wordt dat geld dus weer anders besteed. Dat ging in Nederland niet anders. Totdat we met zijn allen bedachten dat we dan maar een aparte gebiedsautoriteit moesten oprichten waar we dat geld aan over zouden dragen en die als enige opdracht had het afvalwaterprobleem op te lossen, zonder dat die gebiedsautoriteit verantwoordelijk zou zijn voor voetbalvelden en brandende lantaarnpalen.

“En dat nu”, zo luidde mijn aanbeveling, “zouden jullie in Brazilië ook moeten doen!”

En wat heeft die Gérson de Oliviera Nunes daar allemaal mee te maken. Wel, Gérson is geboren en getogen in Niterói, één van die steden die loost op de baai van Rio de Janeiro en daar ontmoette ik hem. En hij is zo’n product van dat voetbalveldjesbeleid. Hij is voormalig profvoetballer en vooral bekend vanwege zijn rol als spelmaker op het WK voetbal 1970. Van dat elftal dat wereldkampioen werd was hij de grote steunpilaar op het middenveld en de sleutel tot succes van de spitsen Pelé, Jairzinho en Tostao. Hij wordt beschouwd als één van de beste passers uit de geschiedenis van het WK voetbal. En die Gérson nodigde me in 1997 uit om ’s avonds mee te doen aan een potje voetbal. Nu had ik goddank die avond een afspraak waar ik niet onderuit kon en zeker niet wilde. Hoewel ik zelf denk geen last te hebben van minderwaardigheidscomplexen moet ik hier ook bekennen dat, wanneer het om voetbal gaat op Braziliaans niveau ik ook absoluut niet gebukt ga onder een meerderwaardigheidscomplex.

Ook Gérson plaatste in de Braziliaanse hiërarchie de voetbalveldjes boven het zuiveren van afvalwater. Bovendien kon je Oscar Niemeyer, de geweldige Braziliaanse architect altijd nog vragen om in die baai, hoe vervuild ook, een prachtig museum in de vorm van een vliegende schotel te ontwerpen (even googelen op Niterói).

Dankzij die vervuiling zal Brazilië vandaag of morgen wel weer wereldkampioen voetbal worden.

Het zij zo!

 

Tiem van Dalfsen

Genemuiden, 6 januari 2014

Tiem van Dalfsen

Tiem van Dalfsen

Tiem van Dalfsen is voormalig raadslid, wethouder en statenlid van de PvdA en nu nog steeds betrokken bij de organisatie van de partij. Tiem is een vaste schrijver van bijdrages (om over na te denken) voor Het Vuistje.  

Meer over Tiem van Dalfsen