Tijl Uilenspiegel en de Christen Unie
Volgend kalenderjaar, 2014, wordt een jaar waarin we heel wat te vieren en te gedenken hebben. Zo zal openbare basisschool Genne en naar ik aanneem ook de gemeente Zwartewaterland uitgebreid vieren dat het dan 250 jaar geleden is dat de school is opgericht en dat tot op heden nog niemand die school heeft klein gekregen, zelfs Zwartewaterland zelf niet. De jubileumwijn wordt al verspreid (verkocht) onder de vele fans van de school en ook wij hebben ons inmiddels al uitbundig kunnen laven aan zowel de rode als de witte Madregale uit Italië. Voortreffelijke wijn in een voortreffelijke prijs/kwaliteit verhouding die volgend jaar, het jubileumjaar alleen maar beter zal zijn geworden.
Afgelopen vrijdag 28 juni 2013, mijn geboortedag, stonden we in aangenaam gezelschap stil bij het feit dat het die dag 99 jaar geleden was dat de Bosnische Serviër Gavrilo Princip de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger Frans Ferdinand met een pistoolschot om het leven bracht nadat de daarvoor geplande bomaanslag was mislukt. Gavrilo Princip was de gelegenheidsbeul die, komend vanuit een broodjesbar in Sarajevo oog in oog kwam te staan met Frans Ferdinand nadat deze het programma na de bomaanslag had laten omgooien en nadat bovendien zijn chauffeur de verkeerde afslag had genomen. Dit was de start van de meest bloedige oorlog die Europa geteisterd heeft.
Op 28 juni 1914 zal dit dus precies 100 jaar geleden zijn.
Vrijdag 28 juni 2013 stonden we in datzelfde aangename gezelschap ook stil bij het feit dat het al één dag geleden was dat de CU en haar wethouder in Zwartewaterland bestuurlijk geëxecuteerd werd waarbij in figuurlijke zin de trekker zeer effectief werd overgehaald door alle andere raadsfracties, ditmaal onder bezielende aanvoering van onze eigen Astrid Dijkstra. En het opmerkelijke was, zoals Vondel eens dichtte: “De aarde werd daardoor niet uit haar baan gedreven!”
Dinsdag 7 oktober 2014 zullen de nabestaanden van mijn vader op gepaste wijze niet alleen stilstaan bij het feit dat het dan precies 100 jaar geleden is dat hij geboren werd maar ook dat op diezelfde dag in de eerste wereldoorlog Antwerpen gevallen is. Bij zijn leven meende mijn vader dat feit voor altijd aan zijn geboortedag te moeten verbinden. De herdenking zal zich ongetwijfeld in zijn stijl voltrekken, in een gerenommeerd restaurant onder het genot van een copieuze maaltijd.
Degene die mijn vader gekend hebben zullen zich herinneren dat hij een verhalenverteller was; een verwoed lezer was hij niet. Toch putte hij rijkelijk uit datgene dat hij wel gelezen had, en dat loog er toch niet om. Opgroeiend in een Gereformeerde Gemeente gezin bezocht hij de, toen nog acht klassen van de Openbare Lagere School in Genemuiden; de Gereformeerde Gemeente slaagde pas in 1929 in het stichten van een school. Dat leidde ertoe dat hij Merijntje Gijzen van de hand van de socialistische schrijver A.M. de Jong las. En als wij als kind bij hem kwamen met een ogenschijnlijk levensgevaarlijke bloedende schaafplek op de knie dan vertelde hij ons het verhaal dat Merijntje Gijzen dat ook is overkomen terwijl hij met zijn goede vriend, de stroper “Kruik” op pad was. En de Kruik heeft hem toen opgepakt en in zijn armen thuis gebracht. Maar de jongeheer Gijzen was er absoluut niet gerust op en vroeg heel bedeesd in zijn Brabants dialect: “Kruik, go’k now ook doot?” En vol geruststellend genot citeerde mijn vader dan het antwoord van de Kruik: “bi’j bedoondert….!”
Als ik mijn vader nou zou kunnen vertellen wat zich nu in de gemeenteraad van Zwartewaterland afspeelt rond Keet de Kolk:
- dat het in de oude gemeente Genemuiden het vooral SGP en RPF (nu CU) waren die met recht en rede een vurig pleidooi hielden voor een voorziening als Keet de Kolk, om jongeren de gelegenheid te geven om op hun eigen wijze tot wasdom te komen en dat je daarvoor dan als gemeente een plek en een gebouwtje ter beschikking stelt;
- dat dit dappere besluit van toen nu 13 jaar later een succesvol besluit blijkt te zijn geweest voor al die jongeren die in meer (SGP) of mindere (CU) mate in de reformatorische grondverf staan;
- dat de CU tot voor drie jaar altijd de desbetreffende portefeuille heeft beheerd en deze portefeuille nu beheerd wordt door de PvdA-wethouder Lucas Boshove;
- dat de CU nu geen uitwerking en uitvoering wenst te geven aan de raadsopdracht van vorig jaar om € 55.000,00 te bestemmen voor Keet de Kolk;
- dat uiteindelijk een moeizaam bereikt compromis met de CU te elfder ure per sms alsnog wordt afgewezen;
- dat de PvdA en haar andere coalitiepartner CDA dit niet gepikt hebben, leidend tot het opzeggen van het vertrouwen in coalitiegenoot CU en haar wethouder;
- dat tot verbazing van alle relatieve buitenstaanders alle oppositiepartijen (Gemeentebelangen, VVD en SGP) waarvan VVD en SGP het inhoudelijk eens waren met de CU ook het vertrouwen in de CU en haar wethouder hebben opgezegd;
- dat de oppositiepartijen dus niet in het college en/of de coalitie het vertrouwen opzeggen, maar alleen in de CU en haar wethouder!!
Geconfronteerd met dit verhaal zou mijn vader ongetwijfeld zich bedienen van de middeleeuwse figuur Tijl Uilenspiegel, een deugniet uit de Duits-Nederlandse folklore die iedereen een spiegel voorhield en voor de gek hield met zijn streken. Richard Strauss heeft van deze sage een prachtig symfonisch gedicht gecomponeerd. In toenemende mate krijgt Tijl Uilenspiegel door dat hij er niet populairder op wordt. Op het eind van zijn leven breekt het inzicht door: “iedereen heeft een hekel aan mij, maar ik heb het er zelf naar gemaakt”.
Een beginselpartij als de Christen Unie zou de vraag moeten willen beantwoorden waarom alle collega’s in Zwartewaterland blijkbaar een hekel aan haar hebben; en al die collega’s zouden bereid moeten zijn de Christen Unie te “ondersteunen” bij de zoektocht naar het antwoord op die vraag, te beginnen met een raadsdebat hierover!
Genemuiden, 1 juli 2013
Tiem van Dalfsen