Japan en Ecuador in Zwartewaterland
Een oud gezegde luidt dat hij die verre reizen maakt, veel verhalen kan. Nu bracht onze laatste kunst- en cultuurreis ons in Japan. Een goede kennis van ons, de keramist Jan Kamphuis won in 1995 een prestigieuze Japanse keramiekprijs van Inax, als het ware de Sphinxfabriek van Japan maar dan met 60.000 personeelsleden. Onderdeel van de prijs vormt een drie maanden durend verblijf in Japan voor het ontwerpen van keramiek. En sinds die tijd is Jan verslingerd geraakt aan Japan en de Japanners. Zo nu en dan probeert hij vrienden en bekenden daarin te laten delen door reizen naar Japan te organiseren voor beperkte gezelschappen. En daar hebben wij dus nu aan meegedaan. En inderdaad, er valt ontzettend veel te verhalen. Voor de liefhebber, ons reisverslag voor het thuisfront staat op de website www.jankamphuis.nl gelardeerd met foto’s van de hand van Jan.
Valt er vanuit het openbaar bestuur nog iets zinnigs te zeggen over Japan? Jazeker, Japan schijnt al meer dan 10 jaar in een economische crisis te verkeren. Nou, doe ons ook maar zo’n economische crisis. Misschien niet zo best voor de yen, maar voor de rest ….. nog steeds geen werkloosheid. Iedereen doet mee. Verdwijnt jouw baan? Er wordt werk voor je gezocht. Lukt dat niet direct, dan wordt er in ieder geval werk voor je “gemaakt”. Opvallend is hoe “gerobotiseerd” Schiphol is. Geen mens meer die je helpt bij het inchecken van bagage, met de vriendelijke groeten van de robot uit Japan (vrij naar Harrie Jekkers), vooral aan die mensen die daardoor hun baan zijn kwijt geraakt en door de ww en de bijstand in “leven” worden gehouden. Op de luchthavens in Japan daarentegen, allemaal zeer behulpzame lieden die je daar al vriendelijk vertellen hoe het straks op de tussenlanding op Charles de Gaulle zal gaan en hoe je bagage uiteindelijk in Amsterdam van de band zal lopen ….. en niemand in de ww of de bijstand. En zo gaat het niet alleen op de luchthavens maar in geheel Japan.
Bij die immense decentralisatieoperatie in Nederland van het rijk naar de gemeenten is het naar onze stellige overtuiging de kunst om belangwekkende elementen in het Japanse denken te incorporeren in het beleid van Zwartewaterland. Met name Genemuiden heeft daarin door de eeuwen heen een traditie opgebouwd. Zo deden Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp op hun voetreis door Nederland in 1823 Genemuiden aan. Het was economisch gezien een bar slechte tijd met heel veel werkloosheid en daarmee samenhangende problemen. Doch Genemuiden vormde een gunstige uitzondering omdat daar de overheid voor haar burgers werk maakte vooral op het gebied van de textielindustrie, aldus Jacob van Lennep. Een dergelijk overheidshandelen troffen ze op hun reis verder alleen aan in één of andere Vlaamse gemeente. En waarom zou datzelfde naar Zwartewaterland omgedoopte “Genemuiden” (ja, ja, met Zwartsluis en Hasselt) nu zo’n 200 jaar later niet weer maatwerkoplossingen zoeken voor ingewikkelde sociaal-economische problemen die de staat der Nederlanden boven het hoofd zijn gegroeid en die ze mede daarom maar op het bordje van de gemeenten schuiven?!
Op een andere verre reis bleek ons dat je heel ver kunt gaan als het om creatieve oplossingen gaat. Een jaar of vier terug waren we in Ecuador. Een belangwekkend onderdeel van die reis werd gevormd door acht dagen regenwoud, 130 kilometer met zijn vieren in een korjaal met buitenboordmotor de bovenloop van de Amazone af om uiteindelijk te eindigen bij de Huaorani, de meest primitief levende indianenstam die nog contact toestaat met de “buitenwereld”. Gedurende die tocht werden we door een gids, een kok en een originele Huaorani vergezeld en zeer in de watten gelegd. Die kok presteerde het bijvoorbeeld om ons acht dagen lang drie uitgebreide maaltijden per dag voor te schotelen en alle vierentwintig maaltijden waren verschillend. Dat is wel een heel aangename vorm van “werk” maken. Een ander uiterste op die reis was een treinreis door de Andes. Op enig moment deden we mee aan een treinreis over een wel erg oud spoorlijntje door het Andesgebergte. Het was een piepklein treintje waar we met zeven mensen in zaten, zes passagiers en de machinist, althans dat dachten we. Allengs bleek ons dat één van de mensen aan boord er voor was om stukken rots van het spoor te verwijderen of om te verkennen of een gammele houten spoorbrug over een diep ravijn het treintje nog wel “aan” kon. Voor ons vieren en voor die ene andere medepassagier was het een weergaloos mooie, vier uur durende tocht, zo indrukwekkend dat het in dit kader niet te beschrijven valt. Na ruim een halve dag arriveerden we op onze eindbestemming en namen we op gepaste wijze afscheid van de machinist en van onze wegbereider; onze medepassagier waren we uit het oog verloren. We zaten al in onze taxi toen in de verte alsnog onze medepassagier kwam aangesneld. In de veronderstelling dat hij nog afscheid van ons wilde nemen vroegen we onze taxichauffeur nog eventjes kalm aan te doen. We stapten allemaal even uit om ten afscheid zijn toegestoken hand te schudden …… echter, hij wilde onze kaartjes ….. om ze te knippen …… hij bleek de conducteur!!
En van die dingen!
En dat dan in Zwartewaterland!
Genemuiden, 13 mei 2013
Tiem van Dalfsen