Hoe groter, hoe kleiner … en omgekeerd!
Rond de eeuwwende bracht een internetvriendschap van één onzer zonen ons in de zomervakantie in midden Zweden, zo’n 200 kilometer beneden de poolcirkel. Dat beviel zo goed dat we er ook nog de vakantie van het jaar daarop aan gewaagd hebben. De internetvriendschap bracht met zich mee dat het Zweedse vriendje naar zijn ouders de wens uitsprak om ons in Nederland te bezoeken. Het antwoord van de ouders was: “zodra jij 18 jaar bent mag jij van ons naar Nederland”. En geloof het of niet, op een donderdag werd hij 18 en op de daaropvolgende vrijdag hebben we hem van Schiphol gehaald.
Zijn verblijf in Nederland was een succes. Na een paar dagen vroeg ik hem wat hem het meest opviel in Nederland. Zijn observaties waren zeer opmerkelijk onder andere uitmondend in de vraag hoe het nou toch mogelijk is dat Zweden zo groot is en dat de kerken daarentegen zo klein zijn en dat dit in Nederland precies andersom is. Nou is daar heel goed antwoord op te geven, maar voor een achttienjarige Zweedse jongeling is dit toch een verrassende waarneming. Het vraagstuk hield hem danig bezig gelet op de vele foto’s die hij gemaakt heeft van de kerk in aanbouw van de Gereformeerde Gemeente in Genemuiden; “de kerke van de klup dus”, om het maar eens in de Gellemuniger tale Kanaäns te zeggen.
Deze kerk die in 2003 gebouwd is bevat 1800 zitplaatsen en staat daarmee op plek nummer 12 in Nederland. De nieuwe kerk (2013) van de Hersteld Hervormden, ook in Genemuiden, telt 1320 zitplaatsen en bezet daarmee plek nummer 39. Wat dat betreft spreekt Genemuiden een geducht woordje mee, niet de absolute top, maar wel een belangrijk speler in de regionen net onder die top. Wat dat betreft valt er een vergelijking met Sportclub Genemuiden te maken.
Ook de motorclubs in Nederland hebben riante behuizingen, ook die van Genemuiden. Nou wil ik natuurlijk de Genemuider Motorclub absoluut niet vergelijken met de Hells Angels, Satudarah, Bandidos of hoe al die afschrikwekkende clubs ook mogen heten. Zonder dat ik er echter studie naar heb gedaan durf ik voor mijn rekening te nemen dat de huisvesting van de Motorclub Genemuiden tot de meest verbeeldingsvolle clubgebouwen in Nederland hoort; al was het maar vanwege de herkomst van het gebouw: …. helemaal uit Rusland! Met behulp van de motorbiker van Nederland, mijn goede vriend Max Middelbosch, hebben ze dit huzarenstukje zo rond 2006 weten te fiksen. En dat dit niet zonder slag of stoot is gegaan heb ik in Raalte meermalen kunnen optekenen uit de mond van Max. Één voorval wil ik u niet onthouden.
Een jaar of acht terug waren we met vrienden in de buurt van Raalte. Die vrienden hadden Max nimmer ontmoet maar hadden zich van hem al wel een goed beeld kunnen vormen uit mijn verhalen. Om indruk te maken nodigde ik ze uit voor een kop koffie bij Max, liefst tussen zijn oude Harley’s en Indians in zijn American Motorcycle Museum. We troffen het geweldig …. Max trok me naar binnen, in een zeer aanstekelijke lachbui: “Tiem, ik moet je wat vertellen, ik heb zoiets leuks mee gemaakt en er is niemand die het begrijpt, maar jij wel!” Wat we toen van Max te horen kregen was een geweldig verhaal over de bouw van het Russische motorhome in Genemuiden en alle ellende die dat met zich mee bracht voordat het eenmaal zover was. Na maanden ploeteren, telefoneren, corresponderen, wachten, smeken en wat dies meer zij komt er ineens een telefoontje vanuit Genemuiden en wel vanaf de Hasselterdijk. Een Genemuidenaar fietst op de Hasselterdijk en wordt staande gehouden door een vreemde snoeshaan die een volstrekt onbegrijpelijk taaltje spreekt. De Genemuidenaar wordt meegetroond naar de vrachtwagen van de vreemdeling en onderzoek van hem wijst uit dat het een Rus moet zijn. De vrachtwagen is barstensvol geladen met houten balken en planken. De Genemuidenaar weet niet wat hij ermee aan moet. Uiteindelijk krijgt hij een pakket papier in handen gedrukt, voorzien van indrukwekkende stempels waarin hij een telefoonnummer meent te ontwaren. Gelukkig heeft hij een telefoon bij zich en belt in arren moede maar dat telefoonnummer.
Tot zijn stomme verbazing krijgt hij ook nog iemand aan de lijn ook …. de hem volstrekt onbekende Max Middelbosch.
Uiteindelijk valt bij Max het kwartje: het motorhome is gearriveerd! Max probeert de Genemuidenaar duidelijk te maken dat al dat hout voor de club is; uiteindelijk bestaat er voor Max maar één club en dat is de motorclub.
Edoch, ook voor de Genemuidenaar bestaat er maar één klup en dat is de kerk van de Gereformeerde Gemeente in Genemuiden.
Totaal in verwarring en hakkelend weet de Genemuidenaar naar Max uit te brengen: “mer …. de klup hef toch net een ni’je kerke ….!?”
Genemuiden, 28-04-2014
Tiem van Dalfsen