Liever Turks dan Paaps
Inzake de gemeentesecretaris van Efeze.
Een snoepreisje bracht ons vorige week in Klein Azië, dat deel van het Midden-Oosten dat we nu Turkije noemen. Een vreemdsoortige mengeling van Griekse mythologie en Christendom begeleidde ons bij het struinen over en door de archeologische overblijfselen van Milete, Priëne, Pergamon, Didyma, Troje en Efeze. Het moet gezegd, onze moslimgids kende de bijbel uitstekend; we hebben hem op geen enkele fout kunnen betrappen. Enigszins boosaardig wist hij ons, zelfgenoegzame westerlingen, door de ouderdom van de beschaving ter plekke en de doorwerking daarvan, ook in onze, toch wel heel jonge beschaving de plek te geven in de wereld die wij verdienen. Het is ontluisterend voor ons Nederlanders als je ziet dat in een opgraving meer dan 300.000 rioleringsbuisjes naar boven zijn gekomen terwijl in mijn jeugd Genemuiden, maar ook Zwartsluis en Hasselt nog grotendeels moesten worden voorzien van riolering. En wat dacht je van onze huidige toiletpotten: …. een Turkse vinding met een Hollandse aanpassing in de vorm van dat rare plateautje daarin! Dat plateautje is zogezegd onze “beschavingsoprisping”.
Nee, zo’n reisje is voor een hovaardige Nederlander een lesje in nederigheid.
In mijn jeugd leerden we op de lagere school over de tachtigjarige oorlog. De Geuzen tooiden zich met een Turkse halve maan en trokken ten strijde met de leus: “liever Turks dan Paaps”. Nooit is ons uit de doeken gedaan waar dat vandaan kwam; sterker nog, je werd verondersteld ervan uit te gaan dat Turken barbaren waren maar dat dit toch nog te verkiezen zou zijn boven de knechting door die Philips II, de antichrist van Rome. Ook daarvan kreeg ik van onze Turkse gids te vernemen dat er al vanaf 1566 vanuit Nederland relaties werden gelegd met de toenmalige Turken van het Ottomaanse Rijk. In dat jaar bood zelfs de sultan Süleyman I financiële en militaire steun aan. In 1574 stuurde sultan Selim II gevechtsvloten naar Spanje om deze af te leiden, zodat de druk op Nederland wat afnam. Zo gebeurde er nog veel meer vanuit het Ottomaanse Rijk ten gunste van de Nederlanders en dat leidde er zelfs toe dat het Ottomaanse Rijk in 1612 Nederland als eerste als zelfstandige republiek erkende met de daarbij behorende vestigingen van ambassadeurs in de wederzijde landen.
Kortom, Nederland bestaat mede en misschien wel vooral dankzij de Turken.
Dat is even slikken als dat uit de mond komt van een gids in Turkije richting een gezelschap zelfvoldane Nederlandse toeristen. Voor de zekerheid heb ik het allemaal thuis nog eens nagekeken …… het klopt!!
Volmondig erkennen we de grootheid en de grootsheid van de archeologie van de stad Efeze. De oudste stadsresten dateren al van 3000 v. Chr. Ten tijde van de Romeinen had de stad een omvang van 250.000 inwoners. Ter illustratie moge dienen dat het Romeinse theater, dat er nog voor de helft ligt, plaats bood aan 25.000 mensen. De archeologische resten zijn nu al dermate indrukwekkend dat je er stil van wordt. En dan te begrijpen dat volgens de huidige inzichten van de Turkse regering er nog meer dan 250 jaar nodig is om alles op te graven … een niet te vatten omvang!
Ook de verhalen zijn uiterst indrukwekkend. Paulus meent op één van zijn reizen Efeze te moeten aandoen en zijn, haast Nederlands aandoende opgeheven vingertje te moeten vergezellen van teksten waarmee hij zich nogal minnetjes uitlaat over die waardeloze goden en godinnen als Artemis en Diana. Het gekke is dat niet de bevolking daartegen in het geweer kwam maar de souvenirverkopers; hij kwam aan hun handel. Uit onze ervaringen van vorige week ter plekke kunnen we getuigen dat er wat dat betreft niets nieuws onder de zon is. De souvenirverkopers onder leiding van de zilversmid Demetrius hadden het stellige voornemen om hem voorgoed het zwijgen op te leggen via een lekkere gezellige lynchpartij totdat ….. de gemeentesecretaris van Efeze zich ermee kwam bemoeien: “het is toch niet verboden wat die Paulus doet?! Je denkt toch niet echt dat hij een kans heeft tegen onze Goden?! En wat denk je wel niet wat onze Romeinse bazen zullen zeggen als we die Romein (wat Paulus was) om zeep zullen brengen?!” In de bijbel staat dan: “dit gezegd hebbende liet hij de vergadering gaan”.
Dat is nog eens een bestuurder. Toen al legde hij de scheiding aan tussen kerk en staat. Wat een kanjer; hij slaagt er in om “de schare te stillen”.
Ik zal er hier geen gewoonte van maken om al te vaak mannetje Pechtold te citeren, maar dit citaat komt haast rechtstreeks uit de mond van de gemeentesecretaris van Efeze: “Als je gelooft in vrijheid, dan geloof je ook in vrijheid van iemand om te geloven – zelfs of misschien wel juist in wat je zelf niet gelooft”.
Als de protestante Hendrik IV Parijs wel een mis waard vond, dan is het Turkse Efeze en haar toenmalige gemeentesecretaris zeker een Paapse mis waard!!
Genemuiden, 17 februari 2014
Tiem van Dalfsen